Column Marc Geysen: “De enorme comeback van tapijt”

De Duitser Jan Kath combineert klassieke tapijttechnieken met moderne handtuft

Ik houd van kunst, maar thuis zijn mijn muren er vrij van. Mijn muren zijn grote vlakken en zijn artistiek op zich. In mijn diepste binnenste haat ik objecten aan de muur,… maar toch houd ik van kunst.

Als designer kleef ik behangpapier aan de muur of schilder ik een kleur. Het moet op zichzelf staan, het behangpapier of de kleur is de kunst. Ik kan hier nog veel woorden en zinnen aan vuil maken, maar kom wel tot mijn punt: kunst ligt tegenwoordig op de vloer, op de grond.

Advertising
 

Tapijt: kunstwerk op zich

Uiteraard heb ik het over tapijten, die aan een enorme opmars bezig zijn. Ze sieren onze woonkamers, voelen zacht en warm aan, ogen kleurrijk en kunstig en zijn simpelweg mooie en prachtige objecten. Ik heb het niet over het klassieke rechthoekige tapijt, dat stuk stof op de vloer dat we al sinds jaar en dag onder onze tafels schuiven. Vandaag is een tapijt een kunstwerk op zich, het is een object dat we koesteren en het vormt een waar schilderij onder je voeten.

Ga je even terug in de tijd, dan zie je hoe de Perzen en de nomaden tapijten weefden om hen te beschermen tegen de natuur, zandstormen en andere natuurkrachten. Tapijten waren typisch voor nomaden, die vooral gemakkelijk hun tenten moesten kunnen verhuizen naar een andere vruchtbare plaats.

Tapijt wordt kunstobject

De kruistochten van de 11de eeuw brachten het tapijt naar Europa. Voortaan werd dit tapijt ook beschouwd als een kunstobject zonder functioneel doel, men hing de weefsels aan de muren. En net als bij andere kunstvoorwerpen waren rijke kunstliefhebbers bereid er veel geld voor neer te tellen. Het was destijds een winstgevende business en daarom besloot de Franse vorst Hendrik IV zelf een tapijtfabriek te openen in zijn paleis aan het Louvre omdat hij niet langer wilde dat de Fransen de dure tapijten uit het buitenland haalden. De man zag tapijtliefhebbers hun geld liever in Frankrijk zelf uitgeven. De tapijten die in deze fabriek waren geweven, werden echter nooit aan het Franse publiek verkocht. Hendrik IV vond de Franse Oriëntaalse tapijten zo mooi dat hij ze zelf wilde houden.

Hendriks opvolger Lodewijk XIII wilde de Oosterse tapijttechniek in Europa zelf produceren, dus richtte hij in Brussel een tapijtfabriekje op in een vroegere zeepfabriek. Het raakte bekend als de ‘Savonneries’, waar de eerste tapijten werden geweven met Europees design. Deze Franse tapijten werden wel te koop aangeboden, maar werden nooit zo populair als de Oriëntaalse tapijten.

Van luxe- naar massaproduct

Tot halverwege de 18de eeuw waren tapijten een luxeproduct en werden ze voornamelijk gebruikt om tafels en muren te sieren. Ze waren immers te waardevol om zomaar op de vloer te leggen. Maar in de 19de eeuw maakten de weefmachines hun opwachting en werd het tapijt een massaproduct dat niet langer aan de muur hing, maar vaak werd gebruikt als vloerkleed.

Zoals zo vaak gaat het gezegde ‘l’histoire se répète’ op. Waarmee ik bedoel dat het overduidelijk is dat het tapijt andermaal een kunstig object is geworden, als sierlijk item in de woonkamer. Hiervan zien we tal van voorbeelden. Zo is het Milanese CC-Tapis met zijn handgetufte tapijten momenteel een trendsetter. CC-Tapis presenteert echte kunstwerken en is niet bang om buiten de lijntjes te kleuren. Deze tapijten hebben niet langer een rechthoekige vorm, maar volgen veelal het design. Daar zorgen grote designnamen voor, zoals het Italiaanse duo FormaFantasma en Studiopepe, de Spaanse Patricia Urquiola, en tal van andere Aziatische designers. Ook het Belgische Muller-Van Severen werkte een mooie collectie uit.

Een ander hoogst interessante tapijtenproducent is het in Berlijn gevestigde Rug Star. Rug Star wordt gerund door Jurgen Dahlmanns, die op amper 18 jaar tijd een éénmanszaak uitbouwde tot een grote naam, met showrooms in geheel Europa. Rug Star is vooral gekend voor zijn tapijten op maat, sinds de oprichting in 2002 ontwikkelde het al ruim 1.400 eigentijdse tapijtontwerpen, die allemaal op aanvraag aanpasbaar zijn.

“Mijn tapijten moeten elk interieur frisheid en ziel bezorgen. Het tapijt is het enige item in het interieur dat een kamer in een kamer kan creëren zonder muren te bouwen”, stelt Dahlmanns, die er nog aan toevoegt dat voor hem ‘een tapijt de meest liberale vorm van architectuur is’. Eén ding staat vast: de producten van Rug Star zijn moderne schilderijen, soms met intense kleuren en abstracte lijnen.

Architectonische dimensie

De architectonische dimensie van een tapijt is erg hoog. Met een tapijt kun je moderne architectuur verdelen tussen het wandelgebied en een rustruimte. En aangezien een tapijt een textielen voorwerp is, is deze rustruimte heel intiem. Een tapijt met een tafel creëert een eetkamer, een tapijt met een bank of een zetel bezorgt je een woonkamer, zo eenvoudig is het.

Een andere benadering vormen de karpetten van Moooi, het designkind van de Nederlandse designer Marcel Wanders. De tapijten van Moooi zijn blank textiel waar een design op gedrukt wordt. Ze zijn dus niet afhankelijk van de kleine beperking van een handgetuft tapijt, maar kunnen via bepaalde foto- en druktechnieken gelijk welk ingewikkeld design en kleur tevoorschijn toveren.

Een groot aantal bekende designers, waaronder Ross Lovegrove, Patricia Guild, Studio Job en Front Studio, konden hun ideeën botvieren op het blanke textiel. Het leuke aan dit concept is dat je om het even welk design, gekozen uit de grote bibliotheek van Moooi, kunt laten drukken in om het even welke vorm en een formaat tot vier meter breed, bij een keuze uit 648 beschikbare kleuren.

De trendsetters zijn niet meer alleen, ondertussen rezen de handgetufte karpetbedrijven als paddenstoelen uit de grond. The Rug Company, Jaipur, Battilossi, Designer Rugs, Christopher Farr, Knots Rugs en tal van andere studio’s brachten mooie en kleurrijke collecties op de markt.

Wat me bij een andere grote meneer brengt: de Duitser Jan Kath, met showrooms in alle continenten. Kath combineert klassieke tapijttechnieken met moderne handtuft. Geïnspireerd door zijn talrijke reizen naar bruisende steden en door zich niet in te laten met zijn inheemse Ruhr-gebied met zijn archaïsche industriecultuur ontwikkelde Jan Kath snel zijn heel eigen, onderscheidende handtekening.

Abstracte richting ingeslagen

Waar gaat het tegenwoordig naartoe met het tapijtdesign? Als je het mij vraagt, is het duidelijk dat we vooral de abstracte richting zijn ingeslagen. Daarbij gaan we van heel sobere tot zeer krachtige en spontane lijnen en kleuren, in allerlei vormen en optische effecten. Het tapijt is tegenwoordig ware kunst in textiel en het zou mij niet verwonderen dat het andermaal onze muren gaat versieren.