Ik was stomverbaasd, mijn mond viel open, ik dacht dat mijn textielwereld alles al had meegemaakt, maar dit…. Dit was en is een fenomeen, een kunstwerk met een ongeëvenaarde precisie, uitgekiend en gemillimeterd, echte kunst om in te kaderen… en dat was het ook, het zat in een mooi gouden kadertje van 15 op 15 centimeter.
Het was een afbeelding van een buste van een man in kostuum, een man van adel, vermoedde ik. ‘Ja, heel mooi’, dacht ik, ‘dit is een soort print op fluweel’. Fluweel was in de late middeleeuwen een soort weefsel met een zeer hoge waardering. Maar dat intrigeerde mij eigenlijk niet. Wat mij totaal overrompelde was de manier waarop dit weefsel tot stand gebracht werd.
Textielmuseum in de Elzas
Waar heb ik het over? Wel, halverwege de jaren ’70 bezocht ik een textielmuseum in de Elzas in Frankrijk. Oké, als ‘Textile lover’, doe ik dit wel meer om mijn nieuwsgierigheid te voeden en om mij te verdiepen in zaken die ik nog niet ken. Ik liep geïnteresseerd rond in dit mooie en verzorgde museum en plots viel mijn blik op een klein goudkleurig kadertje met een afbeelding van een persoon met een mooi gezicht en gekleed in een zwart kostuum. Ik ging wat dichter bij de afbeelding in het kadertje staan en merkte dat het een print was op fluweel. Oké, dat werd vroeger al meer gedaan, dus tot dusver was dit niets spectaculairs.
Maar… de buste van deze meneer was geschilderd op de ‘poolketting’, vòòr het was geweven! Dus op de kettingpooldraden vòòr het in het weefgetouw terechtkwam. Wat is hier het probleem? De afbeelding van de persoon moest dus wat langer geschilderd worden op die kettingpooldraden en men moest rekening houden met de hoogte van de pool na het weven, begrijp je? Zoiets is echt millimeterwerk! Hoedje af voor de man of vrouw die dit voor elkaar kreeg. Ik vond er jammergenoeg geen afbeelding meer van, maar ik raad je aan, als je in de buurt bent van de Elzas, om daar eens binnen te springen. Vast staat wel dat fluweel mij sindsdien is blijven fascineren.
Een bijzondere textielvorm
Wat is fluweel nu eigenlijk? Je moet fluweel beschouwen als een bijzondere textielvorm, met een bovenkant die bestaat uit ‘pool’weefsel. Met ‘pool’ bedoelen we rechtopstaande haartjes heel dicht bij elkaar, die in het weefsel worden vastgehouden door een onder-weefsel.
Dit is natuurlijk behoorlijk kort door de bocht, fluweel is meer dan dat. Deze techniek duikt in onze contreien al op rond 1400. Het werd vroeger geweven in zijde en is afkomstig uit China, waar het gekend was als ‘Quirong Jin’. Vervolgens werd het vooral in Iran verspreid, waar het een stof is die meestal wordt gebruikt als een ‘warmhouder’ tijdens koele nachten en als verkoeling overdag. De oorsprong van het fluweel moeten we dus zoeken in de Oosterse cultuur.
Het fluweel van zoveel eeuwen geleden had een bijzondere look. Het kleur van de stof is afhankelijk van de lichtinval en juist dat was bepalend voor het succes van fluweel toen het zijn weg vond naar onze contreien. Wie anders dan Italië legde zijn hand op deze techniek? Zo groeiden Lucca, Firenze, Venetië en Genua uit tot dé fluweelsteden. De laatste in het rijtje is vandaag nog altijd een fluweelcentrum, denk maar aan ‘Velours de Gênes’.
De vraag naar dit luxeproduct was in onze landen evenwel zo groot dat Italië de vraag niet kon volgen. Dus verhuisde deze techniek in de 16de eeuw naar Brugge en al snel moest de Brugse variant niet onderdoen voor de Italiaanse kwaliteit. Fluweel was destijds zeer gegeerd door de hogere burgerij en werd vooral gebruikt als kledij, maar ook als meubel- en zelfs muurbekleding. Dit groeit momenteel trouwens weer uit tot een trend, wat niet verwonderlijk is. Fluweel aan de muur heeft tal van voordelen, isoleert goed en verbetert de akoestiek in een ruimte.
Fluweel tijdens de Renaissance
Keren we eerst even terug naar de Renaissance. Tijdens deze periode werd fluweel vaak gecombineerd met metaal of goud om de kracht van luxe en rijkdom uit te drukken. Onder de grootste verbruikers bevonden zich de kerk en zeer rijke lui die wilden pronken met hun welvaart. Ook in de theaters werd deze meubelstof in de rode kleur veel toegepast.
Na vele jaren volgde de industriële revolutie en zocht men naar een gemakkelijker en sneller productieproces, wat natuurlijk de rijkdom en de luxe naar beneden haalde. Toch bleef fluweel een hoogwaardig product, het zit in onze genen geprent. Het was nu ook een product geworden die bijna iedereen kon aanschaffen en het bezorgde de ‘gewone’ mens ook een ietwat hogere status.
Mohair velours
Tijdens het Interbellum belandde fluweel wat op de achtergrond en opteerde men meer voor zijde en brokaat platte meubelstoffen. Eind de jaren ‘50 en ‘60 kende het product wel een geweldige opflakkering. Misschien herinner je je nog grootmoeders zetel met het onverslijtbare ‘Mohair velours’? In die dagen werd deze stof uitgebracht in een aantal zachte kleuren, een vaal lichtgroen, vieux-roze en een camel, kleuren die gemakkelijk in ieder interieur werden ingeschoven.
Fluweel kreeg eind de jaren ‘70 en in de jaren ‘80 een ouderwetse stempel en verdween zo van het toneel. De stof bleef evenwel sluimeren en ronddwalen in de geesten van ontwerpers. Dit resulteerde in de jaren ‘90 in een geweldige opmars van fluweel, en dit dankzij een aantal ontwerpers in Vlaanderen en Italië die de stof uitbrachten in een totaal nieuw kleurenpalet. Zij presenteerden knallende kleuren met een heel groot wow-effect. Nieuwe kwaliteiten werden in de markt gezet en het synthetische polyester werd de plaatsvervanger van het mohair fluweel. Polyester heeft dezelfde kwaliteiten en veel meer mogelijkheden, maar ook veel meer nieuwe kwaliteiten.
Er bestaan, zoals je wel weet, meerdere manieren om poolweefsels te maken. Daarover vertel ik je meer in mijn volgende column. Fluweel is een feest met een zeer grote drang naar aaibaarheid. Tot later!