Op weg naar Parijs vroeg ik mezelf af welk nieuw decoratietextiel ik zou ontdekken in de pas uitgebrachte collecties van de éditeurs. Die éditeurs exposeren elk jaar in januari hun nieuwe decotextiel in kleine winkelruimten in Saint-Germain-des-Prés aan de Rive Gauche.
Ik begin bij de gevestigde waarden. Dit zijn de trendsetters, vernieuwers en durvers die meestal een stap voor zijn en een trapje hoger staan. Later bekijk ik de ‘volgers’, waarmee ik het uiteraard heb over de éditeurs die de trend achterna lopen.
Helaas was mijn algemene indruk dat er weinig vooruitgang tentoongespreid werd. Er werd op zeker gespeeld, wat ik kan begrijpen in deze onzekere tijden. Opvallend was wel een spektakel van kleur. Ik zag alle kleuren van de regenboog, multi-colors zijn alomtegenwoordig. Het ging om een zee van uitbundige primaire kleuren, die wild en contrastrijk naast elkaar bestaan. Ook in de zachtere pastelkleuren merkte ik dit fenomeen.
‘See-through’-gordijnen
Wat me opviel, waren de vele ‘see-through’ gordijnen. Meestal worden die in de textielwereld nogal stiefmoederlijk behandeld, ook al zijn het geraffineerde juweeltjes die met de meeste zorg zijn ontworpen. Mooie exemplaren daarvan trof ik aan bij Christian Fischbacher.
Pollack en Camengo, daarentegen, gebruiken de etstechniek. Bij deze etstechniek komt het dessin tevoorschijn door het wegetsen van een deel van het garen. Zwaardere looks zag ik bij The Sign, aangevuld met een mooie kruis-weeftechniek bij Clarence House.
De ethnic look dwarrelt door elke showroom. Het is design dat geïnspireerd is op soms primitief design of dat lijkt op tekeningen die gemaakt zijn in één of ander exotisch land. De kleuren bestaan uit typische aardetinten, een gamma van bruin, zwart, taupe, terracotta, warm beige, grijsblauw, vuil oker, olijf en kleur van linnen. Hier en daar zijn er kleurrijke uitschieters, zoals in de muurcollectie van Jannelli & Volpi en Elitis. Zij gebruiken volle directe en primaire kleuren.
Bij éditeur Pierre Frey zag ik dan weer het gekende ‘Yves Klein-blauw’, in dansende figuren op witte achtergrond. Het ‘IKB’ (International Klein Blue) is een uiterst matte substantie, ook al is die op een doek aangebracht. Er is absoluut geen sprake van weerschijn of glans.
Zacht gevoel in overdrive
Ik herinner mij nog het beeld van een jonge man tijdens de Salone del Mobile in Milaan. Hij strijkt vertwijfeld met zijn hand over een zeer langpolig fluweel dat gebruikt wordt als wandbekleding. Is dit een nieuwe trend? Ik denk van wel, want in Parijs is fluweel met hoge tot zeer hoge pool een nieuwkomer! Dit wordt stilaan de nieuwe trend, een zacht gevoel in overdrive. Dit is een statement en een stap in de richting van een nieuw soort wandbekleding.
Zacht en geluiddempend textiel als fluweel of chenille aan de muur wordt een ontdekking. Het verandert van kleurtint naargelang de plaats waar je staat en de lichtinval. Eigenlijk is dit de volgende stap en een antwoord op de volle bouclette-look die al een paar jaar wijd verspreid is. De ‘Bouclette look-fauteuil’ koop je momenteel al bij Ikea en zelfs in de Weba, wat volgens mij boekdelen spreekt.
Panoramische panelen
Panoramische panelen worden ook stilaan een trend. Aan de hand van 3D-panelen krijg je de indruk dat je living wordt verplaatst, met uitzicht op een jungle of een mooie stad. Het resultaat is een zeer ruimtelijk effect, iets waarvan we onder meer mooie benaderingen zien bij Arte. Verder duiken in de nieuwe collecties ook opvallend veel vogels en andere dieren op.
Heel mooi en verrassend nieuw was het ontwerp dat ik zag bij Nobilis. In de etalage in de Rue Bonaparte stond een zeteltje te pronken in de showroom. Stille konijntjes, jacquardgeweven in tapisseriestijl,… Het is een mooi idee en gaat weg van die wilde jungle waar we al jaren in vertoeven.
Constructivisme en abstractie zit verweven in zowat alle nieuwe staalboeken. De in Rusland ontstane stroming dateert van vòòr de Eerste Wereldoorlog en inspireerde de ontwerpers tot het ontwikkelen van hedendaagse ideeën. Het meer lyrische en minder strakke design à la Picasso en Bracque heersen in de bedrukte stoffen. Casamance en Nobilis zijn de trendsetters. Nobilis is trouwens niet enkel op dat gebied een trendsetter, bij deze éditeur is de ganse collectie uitgekiend en weloverwogen, met een streven naar eerlijkheid in de weergave.
Andere éditeurs volgen meer de mainstream en pikken overal een graantje mee. Daardoor gaan zoveel collecties zo gelijk op. Men verliest soms de eigenheid, de eigen stijl vervaagt. Er zijn daarnaast ook de diehards, die zichzelf soms in hun eigen stijl wat versmachten en zich richten tot een specifiek publiek dat stilaan uitsterft.
Weven verheffen tot kunst
Sta me toe een aantal ontwerpers die het weven tot kunst verheffen een stevige pluim te geven. We staan er soms te weinig bij stil hoe onze ontwerpers de weeftechnieken toepassen om hun ideeën te verwezenlijken. Deze weeftechnieken vielen me op terwijl ik de
staalboeken doorbladerde.
Hoe meer ik zag, hoe meer ik me ervan bewust werd dat er hier en daar juweeltjes het daglicht zien. Ik merkte nieuwe ideeën op het gebied van bindingen en het gebruik van mooie fantasiegarens. Er wordt gespeeld met licht en donker in éénzelfde vlak, door gebruik te maken van diverse bindtechnieken. Er is ook het uitschaduwen en laten overlopen van kleur in een ander vlak.
Men staat soms te weinig stil bij de ontwerpers en de designers die een design met soms nieuwe technieken tot leven kunnen brengen en gebruik maken van de kunst van het weven. Ontwerpers zijn artiesten die schilderen met garens en bindtechnieken, net zoals kunstschilders werken met verf en penselen.
Prachtige effen stoffen
Uiteraard zag ik ook sobere en prachtige effen stoffen. Het ging om mooie en warme geweven producten, meestal met bouclette en chenille als inslag, die tot hun recht komen door de gepaste bindtechnieken. Hoe minder fantasiegarens er aanwezig zijn in de stof, hoe meer speciale bindingen tot hun recht komen. Hier is weer sprake van ‘Weefkunst’, het inzicht om bepaalde gewone en normale garens een platform te geven waar ze recht op hebben.
Hier en daar ontdekte ik echte weef-kunstwerkjes. Ik pik er eentje uit dat ik vond bij éditeur Pierre Frey. Het gaat om een kleurrijk ontwerp, klein geweven vierkantjes waarin de inslag wordt vastgeweven. Eenmaal buiten het vierkantje zweeft de inslag los van het doek en wordt dan na een bepaald moment doorgesneden. Dit lijkt me een techniek waar we eens dieper moeten over nadenken.
“It’s all about Inspiration, Creation, Design and Style”.