Meubelsector lijkt ook moeilijk 2020 tegemoet te zien

Diverse standhouders maakten werk van een hoogkwalitatieve uitstraling (Beelden: Meubelbeurs)

Toen de 82ste Meubelbeurs begin november in Brussel plaatsvond, was de aanloop ernaartoe niet echt gunstig. Door handelsconflicten en protectionistische maatregelen gaat het al enige tijd minder goed met de wereldhandel – en al zeker in de eurozone – en daar is een sector als die van de meubelen als een der eersten gevoelig aan. Fedustria maakte in de marge van de beurs cijfers bekend, die schetsen wat de nabije toekomst brengt.

Filip de Jaeger, adjunct-directeur-generaal bij Fedustria: “Het Belgische consumentenvertrouwen vertoont een neerwaartse trend sinds begin 2018, wat leidde tot een nieuw laagtepunt in september van 2019. Dat bovendien bij een vertrouwen in Europa dat eerder een trend vertoonde tot stabilisatie.”

“De terugloop in omzet blijft het duidelijkst in de meubelsector, met een terugval van 3,9% in 2018 en een stevige -6,6% gedurende de eerste helft van 2019. Vooral opvallend is de terugval met 4% in omzet in de sector van het keuken- en badkamermeubilair, daar waar in 2018 met +3,3% nog mooie positieve cijfers werden neergezet. Ook kantoor- en retailmeubilair deden het niet goed, maar er kwam beter nieuws uit de beddensector: matrassen en bedbodems stegen met 1,3% tijdens de eerste helft van 2019, na een stabilisering in 2018.”

Bekijken we de meubelsector in cijfers, dan blijkt dat de omzet tijdens de eerste helft van 2019 neerkwam op 1.050,8 miljoen euro, wat een terugval is met 3,5% in vergelijking met de omzet van de eerste jaarhelft van 2018, die op zijn beurt ook al een achteruitgang liet noteren ten opzichte van 2017. Als we bovendien de vooruitgang van de verkoopprijzen erbij nemen, dan merken we dat de volumes over het algemeen daalden met 4,4% tijdens de eerste zes maanden van 2019.

Hoopgevende signalen

Filip de Jaeger: “De grootste terugval viel te noteren in de binnenlandse meubelsector, die goed is voor 40% van de totale omzet van de sector. De mogelijke redenen hiervoor blijven grotendeels onveranderd: lage bezoekersaantallen in de Belgische meubelhandel, nog steeds de belangrijkste afzetmarkt voor veel Belgische producenten, een laag consumentenvertrouwen en niet-prioritaire uitgestelde aankopen, concurrentie van andere uitgavenposten in het gezinsbudget, de concurrentie van tweedehandsaankopen, e-commerce, politieke onzekerheid, de nakende brexit,… De consument blijft anderzijds toch belang hechten aan een goede nachtrust, waardoor de sector van het slaapcomfort doorgaans positievere cijfers kan voorleggen.”

“Gelukkig zijn er ook andere, hoopgevender signalen. Zo stellen we vast dat de uitvoer van Belgische meubelen (inclusief doorvoer) in de eerste helft van 2019 in waarde steeg met 7,1%, in vergelijking met de eerste helft van 2018. Deze goede resultaten werden in eerste instantie bereikt binnen de Europese Unie, met een toename van de export met 7,7%. De uitvoer naar Europese landen buiten de EU daalde daarentegen met 3,9%.”

“Ook bij de invoer van meubelen stellen we een toename vast: +6,9%. De invoer uit de Europese Unie steeg met 3,5% tot 875 miljoen euro. Dit vertegenwoordigt een aandeel van 69,6%.

Wat mogen we dan verwachten voor de nabije toekomst? Hierop heeft de Jaeger een kort, maar duidelijk antwoord: “Er wordt op korte termijn geen forse heropleving binnen de Belgische meubelsector of van de Belgische meubelmarkt verwacht. Toch blijven de bedrijven positief en investeren ze verder in innovatie en productontwikkeling bij de ontsluiting van nieuwe markten.”

Licht optimisme op beursvloer

Dat de meubelmarkt in beweging is, konden we met eigen ogen op de beursvloer vaststellen. De bezoekersaantallen waren niet echt om van te duizelen (al werd wel onverwacht een bescheiden stijging genoteerd), maar alom in de hallen voelde je dat er ‘een en ander bougeert’ in de sector.

“Een interessante vaststelling is dat de beurs andermaal wat internationaler werd”, stelt de directeur van de beurs, Lieven Van den Heede, vast. “We merken dat onze inspanningen om de beurs telkens een stapje hoger te brengen opnieuw weerklank vond bij de exposanten, die kosten noch moeite spaarden om hun eigen standen op hetzelfde hoge niveau te brengen. Ze deden het internationale karakter van de Meubelbeurs Brussel dus alle eer aan. Het commercieel resultaat van de Meubelbeurs is uiteraard moeilijker te achterhalen, maar toch durven we stellen dat de overgrote meerderheid van de exposanten zeer tevreden was.”

Dit optimisme werd ons op diverse plaatsen op de beurs bevestigd. Meer nog, we stelden tegelijkertijd ook vast hoe er wel degelijk evolutie steekt in het aanbod en dat een eerder starre sector als die van de meubelen meer en meer trendgevoelig wordt en niet enkel inspeelt op de blijvend toenemende hoge verwachtingen van het individu, maar ook op diverse maatschappelijke en economische trends. En specifiek ook voor ons vakblad: hoe de aandacht voor de contractmarkt steeds groter wordt, met speciaal voor deze nichemarkt aangepaste producten.

“Dit is een uitstekende plaats om uit te pakken met ons volledig Belgische nicheproduct onder de naam Nill Spring”, stellen Frank Cornille en ingenieur Guy Dupont in hal 6. “We ontwikkelden dit merk in 2006 en merken dat dit een uitstekende plaats is om onze passie voor slaapcomfort in combinatie met vakmanschap te demonstreren. Onze collectie boxsprings en onze eigen matrassen in het hogere segment worden alleszins uitstekend onthaald.”

Samenwerken loont

Een gelijkaardig geluid bij Joli, dat uitpakte naast het designmerk Per/Use. Bruno Lippens, oprichter van Per/Use: “Wij werken met externe designers, zowel Belgisch als internationaal, en merken dat de markt zoiets uitstekend oppikt. Daarbij worden Joli en Per/Use uiteraard allebei totaal anders gepresenteerd, omdat de markten ook helemaal anders liggen. Joli, dat is vooral België, terwijl Per/Use het veel internationaler zoekt.”

“Per/Use bestaat nu ongeveer zes jaar, met inmiddels een samenwerking van ruim anderhalf jaar met Joli. Dat samenwerken blijkt een heel interessante piste en ik geloof er sterk in. Zoiets zou ook interessant zijn in het retailverhaal in onze sector, maar helaas zie ik op dat vlak nog niet al te veel beweging.”

Nog een interessante stand was die van Mintjens in hal 5. Deze fabrikant stond indertijd niet bekend voor zijn spraakmakende ontwerpen, maar gooide het roer al enige tijd geleden helemaal om. Zo kwam Mintjens al in 2014 met het designlabel MMooD op de proppen, een label dat staat voor unieke, innoverende designobjecten met een verhaal. Daar houdt het bedrijf uit Malle het niet bij, ook onder de Mintjens-naam zagen we tijdens de beurs een verdere verschuiving richting het designelement, en dit in een smaakvol ingerichte stand, waarin ‘woonboxen’ de hoofdrol speelden. “We wilden als Made in Belgium-bedrijf tonen wat we kunnen aanbieden aan eigentijdse meubelcollecties voor de woon- of slaapruimte, waarbij we gaan voor een tijdloze combinatie van warm en nobel hout”, verduidelijkt woordvoerster Caroline Broeckx. “Hier pakken we vooral uit met de lijnen Altura en Rialto, respectievelijk een geraffineerde, nieuwe wooncollectie en een fonkelnieuwe slaapcollectie. Dit zijn twee eigentijdse collecties, die demonstreren hoe niet enkel het design een grote rol speelt, maar waarmee we ook aantonen dat vernieuwen en duurzaam ondernemen hand in hand gaan.”